Dunlop race-ingenieur met raceband

Het onderhouden van je motorfiets.

Het belangrijkste wat je kan die is het onderhouden van je motor en je banden. Regelmatig onderhoud zal bijdragen aan een langere levensduur en zorgeloos rijden. 

Onze onderhoudstips, die hieronder staan, zal je helpen in het onderhoud van je banden. Extra tips en veiligheidsadvies kan je terug vinden in de handleiding van je motorfiets en op de informatiestickers op je motorfiets. 


 

Motor onderhoud

----------

We raden ten strengste aan je motorfiets en uw banden op regelmatige basis te controleren. Bandenslijtage en prestaties zijn rechtevenredig met het onderhoud daarvan. Maak een afspraak met uw dealer op regelmatige tijdstippen om uw motorfiets en uw banden te controleren. 

Onderhoud uw vering zoals vermeld staat in uw handleiding van de motorfiets. Slecht onderheouden of afgestelde veringen zullen de stabiliteit beïnvloeden en ook extra slijtage creëren bij uw banden.

Close-up van ruiter die bandenspanning controleert

Het regelmating controleren van uw bandenspannning is de belangrijkste vorm van onderhoud. Contoleer uw bandenspanning elke keer voor het rijden met een kwalitatieve bandenmeter.

Banden met te weinig bandenspanning sturen slechter, slijten meer en kunnen scheuren waardoor je de controle over de motor kan verliezen en een ongeval kan hebben met lichamelijk schade en zelfs de dood tot gevolg. Banden met teveel bandenspanning verhogen niet je laadvermogen maar zullen zorgen voor veel minder comfort en meer slijtage in het center van het loopvlak.

Houd rekening wanneer je hard door de bochten gaat, passagiers meeneemt, zwaar geladen bent en hoge snelheden rijdt de bandenspanning verhoogd moeten worden (indicatie op de zijflank van de ban). Indien je voertuigen fabrikant het aanraad, bij de bovenstaande activiteiten, verhoog dan de bandnspanning to het maximum toegelaten. Overschrijd nooit het maximaal toegelaten gewicht van de banden aangegeven op de zijflank van de band of die  van de motor (aangegeven in de gebruikershandleiding). Volg altijd de laagste aangegeven waarde van deiden. 

Bandendruk verlies kan het resultaat zijn van versleten of slecht gemonteerde ventielen. Controleer deze ventielen en vervang deze tijdig indien ze los zitten of versleten zijn. Een ventiel met metalen of kern van harde plastiek moet altijd gebruikt worden en correct gemonteerd worden zodat ze luchtdicht is en er geen vocht of vuil in kan komen. 

Inspecteer bij een bandenwissel altijd de ventielen, velglinten en binnenbanden. Vervang ze indien je schade ziet en/of er scheuren te zien zijn. 

Bandendruk verlies kan afkomstig zijn van onopgemerkte schade. Inspecteer visueel uw band op lekken, snedes, afschaving, scheuren, uitstulpingen, blaren, of eender welke andere schade. Spanningsbreukjes in de profielen van het loopvlak zijn een gevolg van onder- of overspanning. Als je deze ziet dan vervang je best meteen de band. Deze schade is namelijk blijvend en niet herstelbaar.  

Schade veroorzaakt door impact, penetratie of constante onderspanning of te veel bandenspanning is progressief en kan resulteren in een plotselinge en complete bandenschade, een ongeval, een verwondingen en met de dood to gevolg. Laat uw gedemonteerde banden altijd door een expert onderzoeken na een impact met een stoeprand of een gat in de weg, visuele schade na penetratie, zichtabare uitstulpingen van het loopvlak of zichtbare markering van te lang te rijden met te weinig bandenspanning. Rijd niet verder op deze banden.  Inspecteer uw banden op regelmatige basis op schade en let steeds op voor vibraties, instabiliteit, rolgeluid tijdens het rijden. 

Andere of nieuwe banden gedragen zich anders dan de banden die je hebt laten vervangen. Accelereer niet te hard, neem geen maximale hellingshoek bij nieuw gemonteerde banden voor de eerste 100 kilometer. 

Zo leer je je nieuwe banden het best kennen en vindt je de optimale grip, acceleratie en handelbaarheid. Controleer ook je bandenspanning na 3 uur rijden, met je nieuwe banden, als die terug afgekoeld zijn. 

Nieuwe banden hebben een volledig ander contacvlak met de weg, ook op hellingshoek. Indien je slechts 1 band vernieuwd houdt er dan rekening mee dat dit kan resulteren in een ander gedrag van de band en dus ook van je motor.  

Onthoud dat de juiste combinatie van voor-en achterband je de optimale prestaties en handelbaarheid biedt van de banden. Monteer enkel een aangegeven voorband vooraan en een aangegeven achterband achteraan. Slechts een zeer beperkt aantal banden zijn geschikt voor zowel de montage achteraan als vooraan. 

Een nieuwe voorband gecombineerd met een versleten achterband kan leiden tot instabiliteit en omgekeerd. Het combineren van verschillende karkasconstructies kan de handelbaarheid en de stabiliteit beïnvloeden. Dit mag je enkel doen op aanraden van de merkenfabrikant.

De handelbaarheid van een motorfiets wordt beïnvloed door meer dan enkel de foute combinatie vande banden. Het gewicht en grootte van de motorrijder, het combineren van versleten met nieuwe banden, de bagage en het monteren van niet originele kuiponderdelen kunnne een invloed hebben. Consulteer de motorfabrikant voor u aanpassingen doet.

Er bestaan banden met verschillen laadcapaciteiten. Houd rekening met het gewicht van uw motor, het aantal passagiers en eventuele optionele accessoires. Onthoud dat de laadcapaciteit ook beïnvloed kan worden door te lage bandenspanning. Het is mogelijk om een band te overladen, ook al is het de juiste band voor uw motor. 

De maximale laadcapaciteit en bandendruk staat genoteerd op de zijflank van alle Dunlop motorbanden.  

De belading van uw voertuig samen met het passagier of niet, mag de maximale laadcapaciteit van uw banden niet overschrijden. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motorfabrikant.

Binnenbanden zijn een cruciall onderdeel van uw bandenmontage. Vervang steeds uw binnenband bij het monteren van een nieuwe band. Ouden binnenbanden kunnen uitgerokken zijn en schade veroorzaken doordat het rubber dunner wordt. 

Binnenbanden mogen enkel hersteld worden door bandenspecialisten. Inspecteer de montage van het ventiel in het wiel. Inspecteer ook het velglint en raadpleeg de dealer voor de juiste vervanging. Controleer altijd de maat op de binnenband om de juiste binnenband te kunnen monteren. 

Tubeless banden kunnen en moeten worden uitgerust met binnenbanden op motorfietsen die standaard zijn uitgerust met binnenbanden en bijhorende velgen.

Gebruik een niet-aggressieve zeepoplossing om de zijflank, witte flank of witte letters te reiningen. Afspoelen kan met gewoon water. 

Breng geen andere materialen of producten aan op de zijflanken. Deze kunnen het rubber aantasten en maken het onmogelijk om schade te herleiden van ozon scheuren of schade door het weer. 

Banden kunnen beschadigd worden door slechte opslag. Hierdoor kunnen de prestaties en functies beïnvloed worden en leiden tot volledig defecte banden. Opgeslagen banden moeten beschermd worden tegen weersomstandigheden zoals zonlicht, ozon en anderen die kunnen leiden tot beschadiging.

Plaats uw banden in een nette omgeving, goed geventileerd en in gematigde temperaturen. Plaats de banden niet in een omgeving waar ze worden bloodgesteld aan olie producten en/of solvents. Stel de banden ook niet bloot aan extreme koude of warme temperaturen. Electromotoren, batterijladers, generatoren of lasapparatuur zijn ozon genererende bronnen en moeten ook vermeden worden. 

Olie en benzine: langdurige blootstelling aan olie en/of benzinedampen kunnen het rubber beschadigen en onbruikbaar maken. Wrijf alle olie en/of benzine meteen af van de band met een nette doek. Elke band die in contact is gekomen met olie, ontvlambare producten, bijtende producten of eender ander product dat schadelijk is voor rubber mag niet meer gebruikt worden. Racebanden moeten op een gespecialiseerd manier opgeslagen worden. 

Laat uw banden enkel moteren door een bandenspecialist. Verkeerd gemonteerde banden kunnen leiden tot een klapband met ernstige verwondingen als gevolg. 

Dunlop raad ten zeerste aan om uw banden enkel te laten monteren door specialisten. 

Bandendruk: hanteer steeds de aanbevolen bandendruk voo rhet type terrein waar u op rijd. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de motorfabrikant. Banden met onderspanning op rotsachtige ondergronden kan leiden tot beschadigign van de velgen en kan leiden tot instabiel rijgedrag op gladde harde terreinen. Te veel bandenspanning kan dan weer leiden tot bandenschade en geen comfort. 

Staat van de banden: controleer steeds de banden op snedes en scheuren die kunnen leiden to drukverlies. Controleer ook uw banden op missende nokken en extreme slijtage van het loopvlak. 

Wielen: vermijd het verlies van controle of lichamelijke schade door het controleren van uw wielbouten. Neem ter controle uw banden, vooraan en achteraan, vast en probeer die voor- en achteruit te bewegen om losse bouten of uitgelopen lagers te ontdekken. Er mag geen speling zitten op bouten of lagers. Controleer ook uw wielen op losse spaken en op scheuren in de velg.